Collectief en individueel werken in balans, lukt dat wel?
Sinds de transitie in 2015 is er veel veranderd in het sociaal domein in Nederland. Daar weet u als lezer alles van. Met de decentralisatie van verschillende wetten (Jeugdwet, Wmo, Participatiewet), kwam de belofte dat de zorg ‘dichterbij’ plaats zou vinden. Dit zou de kwaliteit ten goede moeten komen. De zorg zou niet alleen beter moeten worden, maar ook efficiënter en daarmee goedkoper.
Sociaal werkers zijn de uitvoerders van dit nieuwe beleid. In deze blog wil ik ingaan op een andere wens die zij zouden moeten vervullen. Met het installeren van wijkteams, zouden de sociaal werkers die hierin plaatsnamen zowel individueel als collectief moeten gaan werken. Het Centrum van Samenlevingsvraagstukken heeft vier jaar op rij onderzoek gedaan naar sociale wijkteams in vier gemeentes in de regio Zwolle (2015, 2016, 2017 & 2018). Daaruit blijkt dat het individueel werken voor sociaal werkers geen probleem vormt. Het collectief werken komt echter minder van de grond.
Omdat we graag wilden weten waarom dit nou zo is, hebben we verschillende onderzoeken in de gemeente Zwolle uitgevoerd (link). De uitkomsten zijn divers:
- Veel sociaal werkers zijn geschoold om individueel in te steken, en voelen zich hierbij meer thuis
- Er is sprake van een hoge caseload, waardoor het lastig is om tijd vrij te maken
- Veel financiering is individueel opgesteld, het is daardoor lastig om nieuwe initiatieven te ontwikkelen
- Er is sprake van enige schroom bij zowel sociaal werkers als cliënten om problemen collectief aan te pakken